Op
7 juli 2022
De in Groot-Brittannië geboren Wilf O’reilly (57) loopt al heel wat jaren mee in het shorttrack. De wereldkampioen van 1991 werd na zijn topsportcarrière coach van de nationale shorttrackselectie. Na commentator te zijn geweest bij de BBC en bestuurder bij de ISU, is hij sinds 2006 disciplinemanager shorttrack bij de KNSB. Wat drijft hem en hoe kijkt hij naar de samenwerking met Jeroen Otter?
Foto: Shapevisions - Dennis Kruijswijk
“Veelomvattend”, is het eerste woord dat O’reilly noemt bij de omschrijving van zijn functie. “We hebben bij de KNSB vijf disciplinemanagers. Het grootste verschil ten opzichte van de andere vier disciplines binnen de bond is dat shorttrack een eigen nationale ploeg heeft. Mijn rol is gericht op het nationale team, de sportontwikkeling, sportvernieuwing en sportparticipatie, dus de gehele kolom van onder tot boven. In het olympisch jaar ligt de focus vooral op de NTS (Nationale Trainingsselectie Shorttrack, red.). In de periode na de Spelen gaan de oogkleppen er weer vanaf en kijk ik meer naar de breedtesport.” Sinds 2012 riep O’Reilly RTC’s (Regionaal Training Centrum, red.) in het leven. Jong Oranje moest plaats maken voor decentraal trainen. “In eerste instantie leverde dit veel weerstand op. Je ziet nu wat er van deze lichting begint door te groeien, zoals Jens en Melle van’t Wout, Sven Roes, Xandra en Michelle Velzeboer. Dat vind ik erg mooi om te zien.” Ondernemerschap zit in het bloed van de Brit, hetgeen hij goed kwijt in zijn takenpakket.
Het ontstaan van zijn drive gaat jaren terug. “Op het moment dat ik naar Nederland kwam, werd mij verteld dat Nederlanders niet konden shorttracken. Zonder namen te noemen, waren dat langebaancoaches met een behoorlijke staat van dienst. Hun argument was de lengte van de Nederlanders. Zij dachten dat de Aziaten succesvoller waren omdat ze een stuk kleiner waren. Ik loop inmiddels wat langer mee in deze wereld en dat is echt niet zo. Dit paradigma heb ik altijd willen doorbreken en dat gaat natuurlijk niet van de één op andere dag. Ik was er heilig van overtuigd: als er één land op de wereld zou zijn, dat goed zou kunnen shorttracken, was het juist Nederland. Puur omdat we zoveel schaatsers hebben.” O’Reilly laat ondertussen een krantenknipsel zien van 8 november 1997. “Mijn moeder bewaarde alle artikelen waar ik instond. Zoals je kunt zien, had ik toen al een missie. Ik wilde het shorttrack op de kaart zetten. Het is NASA immers ook gelukt om de eerste man op de maan te krijgen. Ik denk graag in mogelijkheden en ben vooral heel creatief. Gelukkig is niet iedereen zo, want dan zou de wereld heel chaotisch zijn,” knipoogt de geboren Brit.
Otter en O’Reilly kennen elkaar al zo’n veertig jaar. Ze hebben zelfs nog tegen elkaar geschaatst. “Jeroen en ik denken heel erg hetzelfde en voelen elkaar goed aan. Soms denken mensen dat we van tevoren dingen hebben afgesproken, omdat we dan op dezelfde manier reageren. Jeroen heeft mij een aantal grappige Nederlandse uitdrukkingen geleerd. Eentje daarvan is: ‘Rupsje Nooitgenoeg’. Daar houd ik van en hier herken ik mezelf behoorlijk in”, zegt de 57-jarige lachend.Het besluit van Otter om een sabbatical te nemen, kwam voor de disciplinemanger niet als verrassing. “Hier hebben we zelfs meerdere maanden met elkaar over gesproken. Ik denk dat dit goed is voor zowel Jeroen, als voor de ontwikkeling van het shorttrack. In onze samenwerking was alles bespreekbaar, dus dit ook. Sterker nog, ik denk als Jeroen was gebleven, dat ik dan misschien de keuze had gemaakt om eruit te stappen. De nieuwe energie was minder geweest als alles hetzelfde was gebleven. Nu hebben we nieuwe rijders en coaches, waardoor er een andere dynamiek ontstaat. Ik zie het als een positieve ontwikkeling.”Voor het hoogtepunt in tijdperk Otter heeft O’Reilly bedenktijd nodig. “Pfoeh, moeilijk moeilijk…” Er volgt een lange stilte. “Het is niets ten nadele van de prachtige successen van Suzanne, Sjinkie of de relayteams, maar ik denk dat het WK in Ahoy in 2017 voor mij echt het ultieme hoogtepunt was. Ik word er bijna weer emotioneel van. Dat was zo bizar! De mannen die in een uitverkocht Ahoy op de relay wereldkampioen werden, nadat de dames op dit onderdeel waren gevallen. Het was de allerlaatste rit van drie dagen vol spanning. Zanger Roel van Velzen die daarna We are the champions of the worldzingt. De hele entourage. Het was echt fantastisch.”
“Het speelde ook mee dat het in eigen huis was. Dat maakt het altijd iets bijzonders en ik was betrokken bij veel meer facetten dan alleen de sportieve prestaties. Ik weet nog de eerste keer dat ik daar kwam met Jeroen, die echt ‘meneer pietje-precies’ is. Hij had een stopwatch en timede hoelang het duurde om van de kleedkamer naar de heatbox te lopen. Dat zijn van die kleine dingen, wat het zo mooi en uniek maakt. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de olympisch gouden race van de relaydames in Beijng. Jeroen kwam toen naar mij toe en schreeuwde: I’ve been waiting thirty years for this! Het zijn dromen die uitkomen.” Moeilijke momenten waren er ook en dat is een understatement.“Er waren meerdere. Uiteraard het overlijden van Lara van Ruijven op 10 juli 2020. Zondag is het twee jaar geleden. Bovendien was het brandakkefietje met Sjinkie Knegt natuurlijk ook zeer heftig en de dopingaffaire met Yara van Kerkhof, die na een lang proces onschuldig werd verklaard. In de afgelopen zestien jaar zijn er behoorlijk wat dingen de revue gepasseerd. Het leert je enorm te relativeren.”
Na het besluit van Otter om een sabbatical te nemen gingen technisch directeur van de KNSB Remy de Wit, Otter en O’Reilly terug naar de tekentafel met de vraag: Wat is het beste voor ShorttrackTeamNL? “We hebben verschillende scenario’s doorgenomen, zoals het inhuren van een buitenlander of wat te doen als Jeroen het na dit jaar zo naar z’n zin heeft, dat hij niet meer terugkomt. Ik geloof heilig in investeren in eigen mensen. Als Jeroen was gebleven, was deze opening nooit ontstaan. Er is een weloverwogen besluit genomen om voor oud-shorttracker Niels Kerstholt te gaan als de nieuwe bondcoach. Hij heeft dit met beide handen aangegrepen, zonder garanties wat er over een jaar gebeurt. Dat bekijken we dan.”De geboren Brit is blij met de eerste indrukken die hij van de kersverse bondscoach meekrijgt. “Hoe iemand als sporter is, kan totaal anders zijn dan hoe diegene is als coach. Niels is ondertussen vader van drie kinderen. Als sporter was hij regelmatig te laat”, biecht O’Reilly lachend op en verklapt meteen: “Als coach heeft hij andere verantwoordelijkheden, dus die skills en competenties heeft hij ondertussen goed ontwikkeld. Ik vind dat Niels het tot nu toe zeer goed doet. Er is uiteraard altijd ruimte voor verbetering, anders zou je niets meer te leren hebben. De aanpak van Jeroen was een echte Jeroen Otter-aanpak en de aanpak van Niels is echt die van Niels Kerstholt. Op de achtergrond is Jeroen een sparringpartner voor Niels. Ze hebben regelmatig contact, maar het is wel op de manier zoals Niels het wil. Het is niet dat de oud-bondscoach alle touwtjes nog in handen heeft. Dat zou niet fair zijn.”
O’Reilly blijft ambitieus in het stellen van toekomstige doelen. “Ik verwacht een verdere ontwikkeling vanuit de onderkant en de nieuwelingen. Het kan zomaar gebeuren dat de ‘jonkies’ de gevestigde orde inhalen. Ik denk dat dit heel gezond is. Ons algemene doel is dat Nederland in de topdrie landen van de wereld terechtkomt, zowel bij de junioren als de senioren. Bovendien willen we blijven bouwen aan de structuur. Ik hoop ooit honderd te worden en op mijn oude dag voor de tv te genieten van hoe Nederland ‘Rupsjes Nooitgenoeg’ voortzet.”